De oorsprong
De oorsprong van het helder ‘watertje’ gaat terug tot de 9e eeuw, waardoor wodka aanzienlijk ouder is dan rum of whisky. Dit kan echter niet schriftelijk worden bewezen en de eerste officiële vermelding was in 1405 in het Koninkrijk Polen. Maar ook de Russen beweren de uitvinders van wodka te zijn. De productie ervan werd echter pas na de Polen schriftelijk gedocumenteerd.
De definitieve oorsprong laat enkele vragen onbeantwoord en het is waarschijnlijk dat de wodkaproductie pas in de loop van de tijd tot stand kwam en zich ontwikkelde. Dit proces vond waarschijnlijk in verschillende regio's tegelijkertijd plaats. Vandaag de dag vind je wodka over de hele wereld.
De ontwikkeling van Russische wodka
De Russen onderkenden al vroeg het enorme verkooppotentieel van wodka en verwierven een monopolie op de productie ervan. Vergeleken met bier, wijn of kvass (een licht alcoholische drank gemaakt van gefermenteerd brood) was wodka niet geïntegreerd in het dagelijks leven en de religie van de bevolking. Toch werd de consumptie na verloop van tijd wijdverspreid. Onder Ivan de Verschrikkelijke werden in 1552 de eerste drankhuizen in Moskou - bekend als kabaks - geopend om het glas te heffen ter ere van hem. Deze huizen waren ook populair bij ‘barbaren’, omdat ze hen bescherming boden - zelfs tegen de autoriteiten - tot ze hun laatste bezittingen hadden verkwanseld. Vanwege het matige succes werd het staatsmonopolie op de productie vervolgens volledig opgeheven door Peter de Grote. De productie nam toen aanzienlijk toe.
De hoogtijdagen van de Russische wodka begonnen in 1765 onder het bewind van Catharina de Grote. Zij stond de productie toe voor enerzijds de staatsstokerijen en anderzijds de landadel en hun boerenbevolking voor eigen gebruik. De adel - voor wie geld geen rol speelde - distilleerde het beste graan, terwijl de boeren het moesten doen met minderwaardig graan voor hun dagelijks brood. De eerste smaakexperimenten met verschillende kruiden en fruitsoorten vonden plaats en werden ook in kleine hoeveelheden geëxporteerd.
Ondanks de strenge productieregels werd er ook wodka van tamelijk slechte kwaliteit gedistilleerd. In combinatie met goedkoop geproduceerde sterke dranken uit het buitenland, werden de Russische producenten gedwongen om hun prijzen te verlagen en de kwaliteit van de wodka leed hieronder. De staat reageerde in 1890 op deze lastige situatie door opnieuw een monopolie op de productie van sterke dranken in te voeren. Er werd een "Wodka Comité" opgericht om de kwaliteit van de staatswodka te waarborgen en er werden gestandaardiseerde productieprocessen ingevoerd.